Urgje
© Greet Bovenschen
© Dirk Engelage
Ik kom u langs,
maar niet als
schepen in de nacht.
De schemering
is licht genoeg
om u te zien,
ik licht mijn hoed
en groet u
met een glimlach
om mijn mond.
En na een stap of wat
kijk ik u na,
en vol verwondering
zie ik dat u
hetzelfde doet.
Opnieuw een groet,
en dan
draait u zich om
en keert dan
op uw weg terug,
mij tegemoet.
Ik wacht,
u legt heel zacht
uw hand
op die van mij
en vraagt:
Zeg, zeg ik u
of zeg ik jij,
wat mij betreft
lopen wij nu
een stukje samen op.
Hoe lang dat duurt
en waar we komen
en wanneer
dat zien we wel!
Ik kan alleen maar
kijken, ademloos
en knikken ...