Urgje
© Greet Bovenschen
© Dirk Engelage
De regen valt
met bakken uit de lucht
en spoelt de straten schoon.
Net als de regen
druipt het chagrijn
van sommige gezichten,
maar de stad,
voor wie het zien kan
en de ogen opent,
god, de stad,
zo schoongespoeld
is stralender dan ooit!
Ik kijk mijn ogen uit,
en het is net alsof
ik hier als toen
die eerste keer
de stad beleef
en binnendrink
zoals een dorstig mens!
Mijn voeten kriebelen
om te gaan dansen,
en een liedje
borrelt in mijn keel.
De mensen kijken om
wanneer ik luidkeels roep:
Wat ben je mooi,
mijn stad,
wat ben je prachtig mooi!
Alsof ik gek geworden ben
zo kijken ze me aan.
Maar mij kan het niet schelen.
Ik ben thuis hier,
in mijn wonderschone stad!